Bolstaart en bolstaartkrielen moeten de staartpartij volkomen missen; het achterlijf wordt afgedekt door de zadelveren. Door een dominante erfelijke factor ontbreken de staartwervels en het staartbeen. Hierbij moet zowel van boven als van opzij gezien de stuit goed en voldoende breed afgerond zijn.
Ernstige fouten:
Het aanwezig zijn van staart bevedering of staart stoppels.
Fouten:
Een te opgerichte houding; niet voldoende brede afgeronde stuit; lange of te laag gedragen vleugels.
Kleurslagen:
De Drentse bolstaarten en bolstaartkrielen zijn erkend in dezelfde kleurslagen als de dieren met staart en bovendien in
Wit , Zwart , Blauw, Koekoek, Goudpel, Zilverpel, Citroenpel, Roodpel en Geelwitpel.
Bij koekoek is de beenkleur vleeskleurig wit, bij de overige kleurslagen variërend van leiblauw tot donker leiblauw al naargelang de kleurslag.